Hoewel de EU een ambitieuze vergroeningsagenda heeft, lijkt het bij grote winkelketens nog niet zo te vlotten met het beleid om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Slechts een op de drie winkelketens heeft concrete klimaatambities bekend gemaakt, zo blijkt uit een inventarisatie van ING onder de 40 grootste winkelformules in Nederland met minimaal honderd vestigingen.

De winkelketens die een concreet doel hebben gecommuniceerd, streven er gemiddeld naar om de CO2-uitstoot van hun eigen activiteiten in 2030 met 55 procent te verlagen ten opzichte van 1990. Dat komt overeen met de afspraak die EU-lidstaten met elkaar hebben gemaakt voor de hele Europese Unie in het kader van de Green Deal. Daarbij zijn er wel grote verschillen in de gestelde doelen. Deze variëren volgens ING van een reductie van 20 procent tot 78 procent van de CO2-uitstoot.

De meeste CO2-uitstoot wordt veroorzaakt door toeleveranciers van winkelketens

De meeste uitstoot in de hele keten wordt echter niet veroorzaakt door de winkelketens zelf, maar door hun leveranciers. Bij de verkoop van voedingsmiddelen komt gemiddeld 88 procent van de totale CO2-uitstoot op conto van producenten. Bij overige artikelen is dat gemiddeld 71 procent.

Winkelketens, hoofdkantoren en distributiecentra zijn verantwoordelijk voor slechts 2 tot 10 procent van de totale uitstoot van CO2, aldus ING.

Maar juist op dat vlak worden nog weinig meters gemaakt. Volgens ING hebben de meeste winkelketens nog niet de CO2-uitstoot van hun leveranciers in kaart gebracht. Vooral voor bedrijven die veel verschillende producten inkopen bij verschillende leveranciers is dit een ingewikkelde klus.

Beursgenoteerde bedrijven lopen voorop in het formuleren van klimaatdoelen

Beursgenoteerde bedrijven nemen het voortouw in nemen het formuleren van klimaatdoelen, zo wijst het onderzoek uit. Ze worden hier mede toe aangezet door een nieuwe Europese richtlijn die op 1 januari 2024 van kracht wordt: de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Deze verplicht beursgenoteerde bedrijven om te rapporteren over de impact van hun activiteiten op mens en klimaat.

Grote niet-beursgenoteerde bedrijven volgen, onder bepaalde voorwaarden, een jaar later. Zij zullen dus wel over de brug moeten komen.

Volgens de sectoreconomen van ING is de foodsector al wat verder in het rapporteren van duurzaamheidsdoelen dan overige retailers. Dat komt onder meer door de eisen die worden gesteld aan de voedselveiligheid, waardoor bijvoorbeeld de herkomst van een voedingsmiddel bij hen al tot in detail bekend is.

Van de 14 bedrijven die klimaatdoelen hebben gecommuniceerd streeft de helft ernaar de uitstoot van CO2 in 2050 volledig te hebben teruggedrongen in de hele keten. Slechts 17 procent van de winkelketens wil zich hier ook aan committeren.

De inventarisatie wijst ook uit dat bedrijven op het gebied van klimaatreductie eerst beginnen met laaghangend fruit. Hierbij moet je bijvoorbeeld denken aan energiebesparende maatregelen in de winkelvestigingen, het hoofdkantoor en distributiecentra, zoals het vervangen van reguliere lampen door ledverlichting, gebruik van hernieuwbare energie uit bijvoorbeeld zonnepanelen, elektrificering van het wagenpark of een betere isolatie van de panden.

Winkelketens kunnen de CO2-uitstoot van de productie van de spullen die ze verkopen verlagen door bijvoorbeeld bij de inkoop vaker te kiezen voor duurzame materialen. Zo kunnen kleding- en meubelwinkels kiezen voor gerecyclede materialen of grondstoffen die milieuvriendelijker worden geteeld, zoals biologisch katoen, duurzaam hout of cactusleer. Een knelpunt is wel dat veel materialen duurder, schaarser of minder goed te recyclen zijn.

Een kwart van de winkelketens wil binnen twee jaar dat alle verpakkingen van recyclebaar materiaal zijn

Op het gebied van verpakkingen worden volgens ING wel de nodige stappen gezet. Ongeveer een kwart van de 40 onderzochte bedrijven streeft al naar 95 tot 100 procent gerecyclede verpakkingen in 2025. Daarnaast hebben diverse winkelketens het doel om het aantal verpakkingen en/of het gebruik van plastic in verpakkingen terug te dringen.

Ook in transport en logistiek zijn verschillende maatregelen mogelijk om de milieu-impact te verlagen. Zo kunnen bedrijven overwegen om producten zoveel mogelijk in eigen land of elders in Europa te produceren, meer gebruik te maken van elektrisch transport of om goederen te vervoeren per schip in plaats van via het vliegtuig.

Maar ook hier lopen bedrijven tegen knelpunten aan, zoals overbelasting van het elektriciteitsnetwerk, waardoor vrachtwagens niet altijd en overal kunnen worden opgeladen. Hierdoor durven bedrijven volgens ING nog niet vol in te zetten op elektrisch transport.

Forse stijging aantal klanten van kringloopwinkels

Volgens de onderzoekers is het voor de klimaattransitie ook belangrijk dat het gedrag van consumenten verandert, door minder spullen te kopen en meer duurzame keuzes te maken. Consumenten zijn echter lang niet altijd bereid om extra te betalen voor een duurzamer product.

Wel blijkt uit data van ING dat steeds meer consumenten de weg naar kringloopwinkel weten te vinden. Zo is het aantal unieke klanten per maand tussen 2019 en 2023 met twee derde toegenomen. De bedragen die ze uitgeven zijn nog wel bescheiden: een bezoeker pint hier gemiddeld 23 euro per maand.

LEES OOK: Minder dan 4 op de 10 Europese mkb’ers heeft plan voor CO2-reductie – grote bedrijven krijgen met Europese wetgeving te maken